Kunstmestproductie is een afdankertje van de oorlogsindustrie

Het produceren van kunstmest kost veel energie in de vorm van aardgas, niet alleen ten behoeve van het proces maar ook als grondstof. De kunstmestindustrie staat daardoor op de zesde plaats in de wereldranglijst van grootste energieverbruikers. Het procédé om stikstof te binden is door de Duitsers Haber en Bosch  ontwikkeld ten tijde van de Eerste Wereldoorlog ten behoeve van de kruitproductie. Na de oorlog is dit proces op grote schaal ingezet voor de kunstmestproductie. Oorspronkelijk had dit dus niets te maken met landbouw, er ligt ook geen landbouwkundige wetenschappelijke basis aan ten grondslag. Tot op de dag van vandaag is hier niets aan veranderd en vormt dit meer dan honderd jaar oude concept nog steeds de basis van onze voedselproductie. Dit ondanks de wetenschappelijke ontwikkelingen en vooruitgang die ook in de landbouw hebben plaatsgevonden. Goed beschouwd is het een opvallend gegeven dat de voedselvoorziening gebaseerd is op een toevalligheid die wetenschappelijk nooit onderbouwd is, behalve dat bekend was dat stikstof de plantengroei stimmuleerde. De natuurwetenschappelijke benadering van Pfeiffer lijkt daarentegen veel beter te passen in de zoektocht naar verduurzaming van de landbouw.

De huidige voedselvoorziening is eindig

In de huidige tijd van de energietransitie zal ook de kunstmestindustrie er niet aan ontkomen dat hier kritisch naar gekeken zal worden. Het realiseren van besparingen bij grootverbruikers heeft immers prioritieit. De kunstmestindustrie in Nederland verbruikt momenteel nagenoeg evenveel energie als er wordt opgewekt door windenergie, beëinding van de kunstmestgift komt dan al gauw overeen met verdubbeling van het Nederlandse windmolenpark, een vrijwel onhaalbare opgave (onder het kopje 'klimaat' op deze site wordt hier nader op in gegaan). Maar afgezien van deze gigantische energieconsumptie is er een andere urgentie om het kunstmesttijdperk achter ons te laten, en die is gelegen in het feit dat de voorraad aardgas eindig is. Dit betekent dat het gewoonweg noodzakelijk is op zoek te gaan naar andere, het liefst duurzame bronnen. De voorraden organische reststoffen vormen zo'n bron en de verwerkingstechniek van Pfeiffer, die gebaseerd is op de natuurlijke wetmatigheden, komt volledig overeen met het streven naar duurzaamheid.

Deel deze pagina